strofe 1
Hoe wonderlijk mooi is uw eeuwige naam.
Verborgen aanwezig deelt U mijn bestaan.
Waar ik ben, bent U, wat een kostbaar geheim.
Uw naam is ‘Ik Ben’ en ‘Ik zal er zijn’
strofe 2
Een boog in de wolken als teken van trouw,
staat boven mijn leven, zegt: Ik ben bij jou!
In tijden van vreugde, maar ook van verdriet,
ben ik bij U veilig, U die mij ziet.
refrein
‘Ik Ben die Ik Ben’ is uw eeuwige naam.
Onnoembaar aanwezig deelt U mijn bestaan.
Hoe adembenemend, ontroerend dichtbij;
Uw naam is ‘Ik Ben’ en ‘Ik zal er zijn’.
strofe 3
De toekomst is zeker, ja eindeloos goed.
Als ik eens moet sterven, als ik U ontmoet,
dan droogt U mijn tranen,
U noemt zelfs mijn naam.
U blijft bij mij Jezus, laat mij niet gaan.
strofe 4
Naam aller namen, aan U alle eer.
Niets kan mij ooit scheiden
van Jezus, mijn Heer:
geen dood en geen leven,
geen moeite of pijn.
Ik zal eeuwig zingen, dicht bij U zijn.