strofe 1
Jezus alleen, ik bouw op Hem
Hij is mijn hoop, mijn lied, mijn kracht
Door stormen heen hoor ik Zijn stem
dwars door het duister van de nacht
Zijn woord van liefde dat mij sust
verdrijft mijn angst, nu vind ik rust
Mijn vaste grond, mijn fundament
dankzij Zijn liefde leef ik nu
strofe 2
(v) Jezus alleen werd mens als wij
klein als een kind, in kwetsbaarheid
Oneindig veel hield Hij van mij
leed om mijn ongerechtigheid
(a) En door Zijn offer werd ik vrij
Hij droeg mijn straf, Hij stierf voor mij
ontnam de dood Zijn heerschappij
Dankzij Zijn sterven leef ik nu
strofe 3
(m) Daar in het graf, in dood gehuld
leek al Zijn macht tenietgedaan
Maar, o die dag, dat werd vervuld:
Jezus, de Heer, is opgestaan!
(a) Sinds Hij verrees in heerlijkheid
ben ik van vloek en schuld bevrijd
Ik leef in Hem en Hij in mij
Dankzij Zijn bloed ben ik nu vrij
strofe 4
Geen levensangst, geen stervensnood
dat is de kracht, waarin ik sta
Van eerste stap tot aan de dood
leidt Hij de weg waarop ik ga
Geen duivels plan of aards bestaan
kan mij ooit roven uit Zijn hand
Als Hij verschijnt, roept Hij mijn naam
In die verwachting houd ik stand
In Hem alleen, in Hem alleen!