strofe 1
(m) Ik aanbid U
(v) Ik aanbid U
(m) met heel mijn hart
(v) met heel mijn hart
(m) Ik verhoog U
(v) Ik verhoog U
(m) met al mijn kracht
(v) al mijn kracht
(m) Heer, ik zoek U
(v) Heer, ik zoek U
(m) wil zijn waar U bent
(v) wil zijn waar U bent
(m) Heer, ik volg U
(v) Heer, ik volg U
(m) wil gaan waar U zendt
(v) waar U zendt
refrein
Heer, ik geef U mijn aanbidding.
Heer, ik geef U al mijn dank en eer.
U alleen wil ik aanbidden.
U alleen komt toe mijn dank en eer.
strofe 2
(m) Heer, ik dien U
(v) Heer, ik dien U
(m) en buig voor U neer
(v) en buig voor U neer
(m) geef mijn leven
(v) geef mijn leven
(m) want U bent mijn Heer
(v) U bent Heer
(m) Ik vertrouw U
(v) Ik vertrouw U
(m) Vader en Zoon
(v) Vader en Zoon
(m) hef mijn ogen
(v) hef mijn ogen
(m) op naar uw troon
(v) naar uw troon
refrein
Heer, ik geef U mijn aanbidding.
Heer, ik geef U al mijn dank en eer.
U alleen wil ik aanbidden.
U alleen komt toe mijn dank en eer. (x3)