strofe 1
Hosanna, hosanna, de Koning komt,
in de naam van de God van Israël.
Hosanna, hosanna, de Koning komt,
in de naam van de God van Israël.
refrein
Hosanna, hosanna, de Koning van Israël.
Hosanna, hosanna, de Koning van Israël.
strofe 2
Wees welkom, wees welkom o Vredevorst
in de naam van de God van Israël.
Wees welkom, wees welkom o Vredevorst
in de naam van de God van Israël.
strofe 3
Gij geeft ons het leven en overvloed
in de naam van de God van Israël.
Gij geeft ons het leven en overvloed
in de naam van de God van Israël.
strofe 4
Gij brengt en verkondigt het jubeljaar
in de naam van de God van Israël.
Gij brengt en verkondigt het jubeljaar
in de naam van de God van Israël.
strofe 5
Gij zendt van de Vader de heil'ge Geest
in de naam van de God van Israël.
Gij zendt van de Vader de heil'ge Geest
in de naam van de God van Israël.